Een zoekgeraakte fietssleutel, een elektrische tweewieler zonder stroom, een paar stevige plensbuien, een schuilplaats onder het groen en een berg belegde broodjes als beloning. Jaargang 2014 van het traditionele fietsboulen kan voor De Bokkeschieters de geschiedenisboeken in als ‘een natte boel’. Met dank aan de weergoden.
Het ziet er op de vroege kermiszondag allemaal veelbelovend uit voor de bijna dertig Bokkeschieters, die zich hebben gemeld voor het jaarlijkse dagje fietsboulen. Oké, voor alle zekerheid toch maar regenkleding in de fietstas, maar het zonnetje probeert zich te laten zien, de gezichten staan op vrolijk en de kuiten zijn gesmeerd.
Ploegleiders Toon F. en Wil D. dienen de coureurs vooraf een portie doping toe in de vorm van een energierijke reep Mars, team Wil kan op de pedalen richting Sint Agatha en team Toon staat klaar voor een trip naar natuurgebied De Vilt bij Beugen. Wel lastig als de fietssleutel van captain Toon dan spoorloos is. Net als zijn vest. Even een telefoontje naar het andere team, dat intussen al bijna de fraaie Maasheggen is ingedoken. Jawel hoor, nota bene de leider van team Wil zelf is de dader. Gelukkig staat er een auto klaar. Met chauffeur (op krukken). Even later kunnen ter hoogte van de jachthaven vestjes geruild worden en is het raadsel van de verdwenen sleutel opgelost.
Team Wil trapt via een mooie knooppuntenroute richting Sint Agatha en de leden van team Toon bestijgen de ijzeren rossen richting De Vilt.
Na een paar kilometer meldt zich hindernis twee bij team Toon: een stroomloze, elektrische fiets. Wat nu? Moet de eigenaresse in de bezemwagen? Of in aangepast tempo verder? Dat laatste natuurlijk. En dus kan er een kwartiertje later toch een partijtje jeu de boules gespeeld worden. Op een hobbelige zandweg vol kuilen en gaten, dat wel, maar de pret is er niet minder om. Nee, dan heeft team Wil het beter voor elkaar. Midden in Sint Agatha jeu de boulen op een grasveldje, omzoomd door bomen. Wat kan er nog mis gaan?
Alles dus. Zowel in Sint Agatha als bij de Beugense Vilt. Volgens het script van de ploegleiders is het de bedoeling dat team Wil nu naar De Vilt pedaleert en team Toon naar Sint Agatha. Onderweg even naar elkaar zwaaien en straks, aan het einde van de fietstocht zien we elkaar weer in het Weijerpark voor een slotronde jeu de boules. Mooi scenario, maar het feest gaat niet door. Dat blijkt al snel na het vertrek uit Beugen en Sint Agatha, waar met gefronste wenkbrauwen nog even de buienradar op het mobieltje is geraadpleegd. Ziet er toch niet zó slecht uit. Jammer, maar helaas wel. Voor beide teams geldt hetzelfde. Nauwelijks op de fiets vallen de eerste druppels, druppels worden een buitje en het buitje wordt een plensbui. Komen die regenjassen, regenpakken en poncho’s toch nog goed van pas. Blijven lachen, is het motto. Dat lukt, schuilend onder bomen, takken en in een schuur langs de route.
Toch maar even contact opnemen met Beugen, vindt Sint Agatha. Het overleg is kort en krachtig. De conclusie: iedereen terug naar de basis. Terwijl de donkere wolken langzaam in noordelijke richting trekken, tuffen bijna dertig in plastic verpakte Bokkeschieters zuidwaarts. En zo kan het geschieden dat team Wil die kermiszondag nooit De Vilt te zien krijgt en team Toon nooit het idyllische Sint Agatha bereikt.
Maar de stemming lijdt er niet onder. Integendeel. Eenmaal terug op het eigen nest wacht de dappere coureurs dampende koffie, thee en schalen vol belegde broodjes en krentenbollen. Met dank aan de sponsor, die zijn naam eer aandoet: zelfs een olifant zou er genoeg aan gehad hebben. Terwijl de magen gevuld worden, perst regengod Pluvius nog even de laatste druppels uit een paar trage wolken en liggen de boules-banen er piekfijn bij voor…..een laatste rondje jeu de boules. Zonder regenkleding en uiteindelijk zelfs in het clubshirt met korte mouwen.
Een uurtje later worden in het clubhuis nog even de kelen gesmeerd. De regenkleding is dan al lang in de fietstassen verdwenen en teamleider Toon kan de prijsjes uitreiken. De een gaat met een flesje wijn naar huis, anderen met pakjes fris of een handvol Marsen en weer een paar anderen kunnen thuis de broodtrommel bijvullen met de overgebleven krentenbollen en broodjes. En wie niet in de prijzen valt, kan zo’n vijftig meter verderop nog zijn of haar geluk gaan beproeven op de Boxmeerse kermis.